hartritmestoornissen zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit in de geïndustrialiseerde wereld. Onder hun behandelingsschema ’s kan men de calciumkanaalantagonisten (CCA’ s) vinden, de klasse IV-middelen. In het cardiovasculaire systeem worden L-en T-type calciumkanalen gevonden op vasculaire gladde spiercellen en cardiale myocyten met goed gedefinieerde fysiologische rollen., Remming van calciumkanalen door CCA ‘ s wordt al tientallen jaren op grote schaal gebruikt in de klinische praktijk. Hart-en vaatziekten zijn een van de vele gebieden van de geneeskunde waarin CCA ‘ s worden gebruikt om verschillende redenen en voorwaarden. De drie belangrijkste indicaties daarvan zijn hypertensie, angina en verschillende hartritmestoornissen. De belangrijkste klassen van CCA ‘ s zijn dihydropyridinen, fenylalkylaminen en benzothiazepinen, maar sommige nieuwere verbindingen vallen in geen van deze grote klassen. Dihydropyridines worden niet gebruikt in de anti-aritmische therapie, maar zijn goede vasodilatatoren en anti-angineuze middelen., Fenylalkylaminen en benzothiazepine daarentegen oefenen in vivo cardiale acties uit en daarom zijn deze een keuze van antiaritmica. Dit overzicht richt zich op fenylalkylaminen, benzothiazepinen en op nieuwe geneesmiddelen met potentiële antiaritmica in het hart, alsook op de mechanismen hoe calciumkanaalantagonisme kan leiden tot een antiaritmica.