Lord Narayana/Hari
in de Veda ’s en Purana’ s wordt Lord Narayana beschreven als de goddelijke blauwe kleur van met water gevulde wolken, vierarmig, met een padma (lotusbloem), Kaumodaki (foelie), panchajanya Shankha (schelphoorn) en de Sudarshana chakra (discus).
Hindoesmedit
zoals vermeld in het epische itihāsa, de Mahabharata:
I am Narayana, the Source of all things, the Eternal, the Unchangeable. Ik ben de Schepper van alle dingen, en ook de vernietiger van alles., Ik ben Vishnu, Ik ben Brahma en ik ben Sankra, de leider van de goden. Ik ben koning Vaisravana, en ik ben Yama, de heer van de overleden geesten. Ik ben Siva, Ik ben Soma, en ik ben Kasyapa, de heer van de geschapen dingen. En, O Beste der regenereren, ik ben Hij die Dhatri wordt genoemd, en hij ook die Vidhatri wordt genoemd, en ik ben een belichaamd offer. Vuur is mijn mond, de aarde mijn voeten, en de zon en de maan zijn mijn ogen; de hemel is de kroon mijns hoofds, het uitspansel en de kardinale punten zijn mijn oren; de wateren zijn geboren uit mijn zweet. De ruimte met de kardinale punten zijn mijn lichaam, en de lucht is mijn geest…
…,En, O Brahmana, alles wat door de mensen wordt verkregen door de praktijk van waarheid, liefdadigheid, ascetische verzakingen, en vrede en onschadelijkheid jegens alle schepselen, en dergelijke andere knappe daden, wordt verkregen door mijn regelingen. Geregeerd door mijn verordening, dwalen mannen door mijn lichaam, hun zintuigen overweldigd door mij. Ze bewegen niet volgens hun wil, maar zoals ze door mij worden bewogen.,— Mahabharata (vertaald door Kisari Mohan Ganguli, 1883-1896), Boek 3, Varna Parva, hoofdstuk CLXXXVIII (188)
in de Mahabharata is Krishna ook synoniem met Narayana en wordt Arjuna aangeduid als Nara. Het epos identificeert hen zowel in meervoud ‘Krishna ‘ s’, als als deel incarnaties van de eerdere incarnaties van Vishnu, herinnerend aan hun mystieke identiteit als Nara-Narayana.Narayana wordt ook beschreven in de Bhagavad Gita als het hebben van een universele vorm (Vishvarupa) die buiten de gewone grenzen van de menselijke waarneming of verbeelding.,Narayana ‘ s eeuwige en Allerhoogste verblijfplaats voorbij het materiële universum is Vaikuntha, een rijk van gelukzaligheid en geluk, Paramapadha genaamd, Wat laatste Of hoogste plaats betekent voor bevrijde zielen, waar zij eeuwig geluk en geluk genieten in het gezelschap van de Allerhoogste Heer. Vaikuntha bevindt zich voorbij het materiële universum en kan daarom niet waargenomen of gemeten worden door materiële wetenschap of logica. Soms wordt Ksheera Sagara waar Narayana of Vishnu rust op Ananta Shesha ook gezien als Vaikuntha binnen het materiële universum.,de Mahāsamaya Sutta (DN 20) van de Pali Canon noemt een godheid met de naam Veṇhu (Sanskriet: Viṣṇu), hoewel de tekst suggereert dat deze naam ook een klasse van deva kan betekenen. Hij verschijnt ook in de Veuu Sutta (sn 2.12) als veṇḍu, waar hij Gautama Boeddha aanspreekt door de vreugde te vieren die ervaren wordt door hen die de Dhamma volgen. Hij noemt ook Manu.
het Mahayana-Boeddhisme gaat dieper in op het karakter van de godheid, waar is vaak genoemd Nārāyaṇa (Chinees: 那羅延天; Tibetaanse: མཐུ་བོ་ཆེ།) of, meer zelden, Narasiṃha (納拉辛哈) en Vāsudeva (婆藪天)., De literatuur beschrijft hem vaak als een vajradhara (金剛力士). Hij is aanwezig in de baarmoeder rijk Mandala en is een van de twaalf guardian devas van de diamant rijk Mandala. Hij wordt geassocieerd met Śrāvaṇa in de esoterische astrologie. Zijn koningin gemalin is Nārāyaīī. Hij zou geboren zijn uit het hart van Avalokiteśvara. De boeddha ‘ s worden soms beschreven als het hebben van een stevig lichaam als Nārāyaṇa.de Yogācārabhūmi Śāstra beschrijft hem als het hebben van drie gezichten met een groen-gele teint. Hij houdt een wiel in zijn rechterhand en rijdt op een garuaa., Hoofdstuk 6 van de Yiqiejing Yinyi legt uit dat hij behoort tot de Kāmadhātu en is verering voor het verwerven van macht. Hoofdstuk 41 voegt eraan toe dat hij acht armen heeft die verschillende “Dharma wapens” hanteren (dharmayuda) waarmee hij de asura ‘ s onderwerpt.hij verschijnt als gesprekspartner in verschillende Mahayana Sutra ‘ s, waaronder de Kāraavavyūha Sūtra, Sarvapuṇyasamuccayasamādhi Sūtra en de nārāyaṇaparipccchā Dhāraīī.hij wordt ook op verschillende plaatsen genoemd in de Lalitavistara Sūtra, een van de soetra ‘ s die het leven van Gautama Boeddha beschrijven., Er wordt gezegd dat de Boeddha ” is begiftigd met de grote kracht van Nārāyaṇa, hij wordt de grote Nārāyaṇa zelf genoemd.”
Jainismedit
Balabhadra en Narayana zijn machtige halfbroers, die negen keer voorkomen in elke helft van de tijdcycli van de Jain kosmologie en gezamenlijk de helft van de aarde regeren als halfchakravarti. Uiteindelijk wordt Prati-naryana gedood door Narayana vanwege zijn onrechtvaardigheid en immoraliteit. Narayana zijn extreem krachtig en zijn zo krachtig als 2 Balabhadra ‘ s. Chakravartins zijn zo krachtig als 2 Narayana ‘ s. Vandaar dat Narayana ‘ s halfchakravartinen worden., Tirthankara ‘ s zijn veel krachtiger dan Chakravartins. In Jain Mahabharta is er een vriendschappelijk duel tussen neef broers Neminatha (Tirthankara) en Krishna (Naryana) waarin Neminath Krishna zonder enige inspanning verslaat. Er is ook een verhaal over Neminath die Schelphoorn van Krishna opheft en het zonder enige inspanning blaast. In Jain Mahabharat wordt de belangrijkste strijd tussen Krishna en Jarasandha beschreven, die door Krishna wordt gedood.