wanneer “a” of “an”
vraag naar de spellingregel voor het gebruik van ‘a’ of ‘an’ voor een woord en u zult waarschijnlijk horen: dus zeggen we: een banaan, een peer, een blauwe hemel, een enorm huisen:een sinaasappel, een ei, een open venster, een interessante film. maar er is hier een probleem. Op basis van …